Noorse ratten zijn grote, krachtig gebouwde ratten met een hoekige schedel, stompe snuit en dikke staart, waarvan de lengte gewoonlijk kleiner is dan de romplengte. De kop-romplengte is 18-26 cm, de staartlengte 14-21 cm en de achterpootlengte 38-45 mm. De staart heeft 163-205 schubbenringen. De oren zijn rond en klein met een lengte van 17-23 mm; naar voren gevouwen komen ze hooguit tot de bovenrand van het oog. Volwassen, geslachtsrijpe dieren wegen ongeveer 170-350 g.
De soort vertoont een duidelijk seksueel onderscheid; de mannetjes zijn groter en zwaarder dan de wijfjes. In een steekproef van geslachtsrijpe wogen dieren gemiddeld 309 en 404 g, de wijfjes in dezelfde leeftijdsgroepen respectievelijk 255 en 315 g.
Afhankelijk van de leeftijd is de vacht vuil grijsbruin, roodbruin-grijs tot donkerbruin-zwart aan de bovenzijde, en grijswit aan de onderzijde. Boven- en onder- kleuring zijn niet scherp gescheiden. Zelden komen monochroom zwarte dieren voor. De staart is tweekleurig, grijsbruin van boven en bleker van onder.
De juveniele vacht, die op de leeftijd van ongeveer vijf weken wordt gevormd, is effen dof bruingrijs van boven, donkergrijs op de buik. Tijdens de volgende haarveranderingen worden de dieren steeds lichter en neemt de gele en rode pigmentatie van de haren toe. Bij het bereiken van de geslachtsrijpe leeftijd met een kop-romplengte van ongeveer 200 mm, kan de rug bruinrood zijn. Bij verdere haarwisselingen wordt het zwart aan de haarpunten uitgebreider en de vacht daardoor donkerder, hij is dan uiteindelijk bruinzwart.
Ratten kunnen in korte tijd grote schade aan bedrijfsmiddelen aanrichten. Hun urine en uitwerpselen zijn een gevaar voor de volksgezondheid. Zoals bekend gaat de voortplanting heel snel. Ratten in binnenruimtes dienen dus acuut te worden bestreden!